Jonge Helden 2025: plezier en leren

In de laatste les van het project Oude Grieken – Jonge Helden werd ik verrast door de leerlingen van mijn klas met een tekening. Ik voelde voor het eerst dat ik de lessen en de kinderen zou missen, maar ook dat mijn wekelijkse inspanningen meer voor hen betekenden dan ik zelf dacht. Ik ervoer, zoals Evelien Bracke (2024, p. 34) schrijft, dat het moeilijk is om de impact van de lessen op individuele leerlingen in kaart te brengen aangezien die vaak onverwacht of zelfs pas later aan de oppervlakte komt. Daarentegen kan ik wel de impact die zij op mij als lesgever hebben gehad in kaart brengen.

Rollenspel

Doorheen de vijf weken van lessen en voorbereidingen zijn er heel wat positieve momenten geweest. De leukste ontdekking van een persoonlijke sterkte ervoer ik in les 3. We speelden een rollenspel met de twee klassen samen. Wanneer het duel tussen Paris en Menelaos zou plaatsvinden, dacht ik dat het moeilijk zou zijn om de volledige groep te boeien. Maar met een overtuigende toon en mimiek legde ik de omstandigheden van het duel en de spelregels uit. Net als ikzelf, leefden de kinderen helemaal mee met het moment. Wanneer ik, als Aphrodite, een jongen die Paris speelde meenam, zorgde dat voor het gewenste effect op de leerlingen: ze waren verontwaardigd en leefden zich in. Ik was heel blij met het verloop van dat deel van de les en kreeg achteraf ook positieve reacties van leerlingen. Hieruit leerde ik dat ik door me helemaal in te leven in mijn rol en enthousiast te zijn, ik de kinderen helemaal kan meenemen.

Succesvol lezen

Het meest succesvolle deel van de les waarvoor ik verantwoordelijk was – les 4 – vond ik de eerste leshelft. We hadden ervoor gekozen om deze les meer klassikaal te benaderen, aangezien we dat in de vorige les te weinig hadden gedaan. Tijdens het eerste lesdeel overliep ik met de hele klas de woorden op hun hand-out die ze tot dan toe geleerd hadden. De leerlingen vonden dat leuker dan ik verwacht had en waren ook behulpzaam om elkaar te helpen. Sommigen merkten, tot hun eigen verbazing, dat ze eigenlijk al enkele woorden kenden doordat we ze zoveel waren tegengekomen. De leerlingen kregen een succeservaring in het lezen van de Griekse woorden en merkten dat ze gegroeid waren doorheen de weken. Het betekende daarbovenop ook een bevestiging van de complementaire manier waarop we woordenschat en cultuur hadden aangebracht in de lesweken ervoor. Een ander positief aspect van les 4 was de opbouw van de hand-out met verschillende soorten oefeningen. Er waren enkele basisoefeningen op de accusatief, met op het einde een moeilijkere vertaaloefening. Tijdens de les zei ik dat die laatste oefening bedoeld was voor wie graag iets uitdagender wou proberen. Twee leerlingen staken hun hand op en stelden vragen over die laatste oefening. Ik had de indruk dat ze versteld stonden van zichzelf omdat ze meer wisten dan ze zelf dachten. De moeilijkere oefening was met de nodige hulp een echt succes.

Gelijke kansen

In die context is het opvallend wat Duchemin et al. (2024, p. 39) schrijven over hun ervaring in het Nausicaa project in Marseille: “This [het schrijven van de onbekende Griekse taal] allows everyone to find themselves on an equal footing and to forget social backgrounds.”. In onze lessen stonden de leerlingen inderdaad op dezelfde hoogte aangezien ze allemaal even weinig kennis van Grieks hadden. Daarnaast zorgden we ervoor, zoals de anekdote uit les 3 illustreert, dat we alle leerlingen op dezelfde manier benaderden. De combinatie van de onbekende inhoud van de lessen en onze aanpak zorgde voor inclusiviteit. Zo merkte ik bijvoorbeeld tijdens de les over de werkwoorden dat een leerling die Nederlands niet als thuistaal had, andere leerlingen kon helpen. Hoewel Duchemin et al. (2024, p. 39) stellen dat leerlingen hun verschillende sociale achtergrond vergeten tijdens de lessen, merkte ik dat talige verschillen in onze lessen wel nog bleven meespelen. Doordat het Oudgrieks voor alle leerlingen even vreemd was, werden andere talen dan het Nederlands positief ingezet om elkaar te helpen. De culturele verschillen tussen leerlingen werden in de lessen dus aan de kant gezet, terwijl de talige diversiteit zelfs positief geapprecieerd werd.

Plezier en leren

Het laatste element dat ik geleerd heb voor de toekomst is het feit dat plezier beleven aan het leren van Grieks het allerbelangrijkste is. Ook Duchemin et al. (2024, p. 42) zien plezier als een essentieel element van het aanleren van Oudgrieks. Dat wil ik illustreren met een voorbeeld uit de laatste les, waar alle leerlingen een diploma kregen. Ik had de namen van de leerlingen er in het Grieks opgeschreven, met een lidwoord ervoor en een uitgang eraan. Ik riep hen een voor een naar voren met hun Griekse naam om hun diploma te overhandigen. Ze moesten lachen om de vreemde variaties van hun naam en sommigen vroegen achteraf of ik hun naam nog eens kon uitspreken. Anderen schreven dan weer hun Griekse naam overal op hun hand-out. Terwijl het moeilijk was om hen met de pure oefeningen soms aan de slag te krijgen, waren ze hier allemaal onbewust bezig met de Griekse letters, de lidwoorden en de uitgangen. Plezier in combinatie met inclusiviteit vormden de basis van onze lessen en zullen dat blijven doen in mijn volgende lesgeefactiviteiten.

  • Blogpost geschreven door Yasmine Rooms, student Initiatie Vakdidactiek Grieks 2025

 

Bibliografie

Bracke, E. (2024). Teaching Latin and ancient Greek in the 21st-century primary school : framing local approaches to international challenges. Journal of Classics Teaching, 25(49), 33–38.

Duchemin, L., Durand, A., & Franceschetti, B. (2024). The Nausicaa experience: Teaching Ancient Greek in French preschools and primary schools. Journal of Classics Teaching25(49), 39–42.

 

De eerste les: ‘Ze doen rare dingen, die Grieken!’

Kroontjes maken is leuk!

10u20: de bel ging. Stress. Eén voor één kwamen de leerlingen binnen.

Toen iedereen op zijn plaats zat, stelden wij onszelf voor: Jarno, Aurélie, Delphine en ik zouden hen vijf weken lang inwijden in de wondere Griekse wereld van duizenden jaren geleden. Na alle voorbereiding en het reikhalzend uitkijken naar die eerste les, mochten we er eindelijk aan beginnen. De stress viel meteen weg, alsof de Olympische goden zelf die weggenomen hadden. We vonden het belangrijk om eerst even een kader te schetsen voor de leerlingen: Wie waren de Grieken? Wanneer en waar leefden ze?

Spelenderwijs probeerden we te tonen waar Griekenland op de wereldbol lag en in welke tijdszone we die Grieken moesten situeren. Hierbij verwonderde het ons hoeveel de leerlingen van het vijfde en zesde leerjaar eigenlijk al weten. Het Parthenon, de mythologie of geografie hebben geen geheimen voor de meeste leerlingen. Maar een kleine opfrissing kan natuurlijk nooit kwaad.

Daarna gingen we over op het echte werk: het aanleren van het alfabet. ‘Zoals in het eerste leerjaar’, zeiden enkele leerlingen. Met hulpblaadjes en voorschrijven op het bord legden we letter per letter uit. De conclusie van de leerlingen? Dat die Grieken rare dingen doen, zoals de ‘n’ als ‘v’ schrijven. Maar geleidelijk kwam het besef dat ons alfabet later gesitueerd moet worden dan het Griekse. ‘Dus waarom schrijven wij de ‘n’ als een ‘n’ en niet als een ‘v’?’ vroegen ze dan. Na al dat nadenken over taal was het tijd voor iets luchtigers: alfabetbingo! Op deze manier konden de leerlingen een beetje ontspannen maar tegelijkertijd de letters van het alfabet nog eens oefenen.

Ten slotte hebben we allemaal samen een kroon gemaakt waarop de leerlingen hun Griekse naam konden schrijven. Toen ging de bel alweer. De leerlingen verlieten met een glimlach de klas om te gaan lunchen. En wij, de lesgevers en assistenten, wij gingen ook met een glimlach en tevreden gevoel naar huis.

Geschreven door Jana De Jonckheere

Wanneer leefden de Grieken alweer?

The first classes!

I won’t pretend it hasn’t been a nervous week before our first classes. After all, this project is brand new in Belgium (and indeed even abroad, Latin is more often taught at primary school than Greek, so there are few distinct models).

The students created the resources for their first class, which you can already find on our page lesmaterialen, and in our preparatory workshop, we discussed the ideology of inclusivity and widening participation which underlies the entire project. But earlier this week, it was finally time for the first classes. Five students taught their first class in SMI (Aalst), another four in the Klimop (Gent). Pupils contextualized the world of the Ancient Greeks: who were they, and where and when did they live? And then pupils finally started learning the much anticipated alphabet (and actually finding out they already knew quite a bit!). They made a crown with their names on it and played alphabet bingo.

Pupils practising the Greek alphabet
The Greek alphabet

We are looking forward to the next few classes – and massive congratulations to our students for their hard work!

Written by Evelien Bracke, Project Coordinator