Les 4: Burgers in Athene

In deze les staat burgerschap in het algemeen en de positie van de vrouw in het bijzonder centraal. De les start met twee stellingen omtrent de (on)gelijkheid tussen mannen en vrouwen. In deze les wordt duidelijk en expliciet ingezet op dekolonisatie: er wordt stilgestaan bij de intrinsieke ongelijkheid binnen de Atheense maatschappij en binnen de Atheense democratie. Die Atheense democratie wordt vaak aanroepen als het toonbeeld van het feit dat de Atheners/Grieken dé bakermat van de Westerse beschaving vormen. Door erop te wijzen dat die democratie slechts in geringe mate kan vergeleken worden met onze democratie en de ongelijkheid ervan duidelijk en expliciet te vermelden, wordt die aanname weerlegd.

De leerlingen ervaren die ongelijkheid ook zelf: alle leerlingen krijgen een identiteitskaart en slechts enkelingen zijn daarbij burger. Vervolgens leren de leerlingen het dagelijkse leven van mannen, vrouwen, slaven, meisjes en jongens kennen. De keuze voor een man, vrouw, meisje, jongen en slaaf kwam er om de verschillende levens met elkaar te vergelijken. Er is met andere woorden niet gepoogd om het “stereotiepe” beeld op te wekken van een gelukkig gezin met een vader, moeder, zoon, dochter en een gelukkige slaaf.

De Griekse waarden en normen omtrent gelijkheid worden vergeleken met onze huidige waarden en normen. Het feit dat de Atheense samenleving 2500 jaar van ons verwijderd ligt, maakt het mogelijk om kritischer te staan tegenover de waarden en normen met betrekking tot (on)gelijkheid binnen de Atheens samenleving. Zoals reeds gezegd neemt geen enkele leerling in zijn/haar identiteit de Griekse oudheid op en voelt geen enkele leerling zich geviseerd wanneer die ongelijkheid expliciet wordt besproken.

De ongelijke positie van vrouwen en mannen binnen de Atheense maatschappij wordt geproblematiseerd, maar ze wordt ook geduid en verklaard door erop te wijzen dat die ongelijkheid in vele oude culturen aanwezig was én door het verhaal van Pandora te vertellen. Dat mag de leerlingen natuurlijk niet weerhouden om een kritische houding aan te nemen tegenover de intrinsieke ongelijkheid van de Atheense maatschappij. Daarom wordt ook expliciet gepeild naar de mening van de leerlingen over de verklaring van de minderwaardige positie van de vrouw binnen de Griekse samenleving. Aan de hand van het sprookje van Stephanos, een aangepaste versie van het sprookje van Assepoester, wordt tot slot gevraagd naar de eigen opvatting over de ongelijke positie van mannen en vrouwen.

Lesplan: Les 4 – lesplan

Handout: Les 4 – handouts en kaarten